Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [35]Want ziet, Ik zend [36]slangen, basilisken onder ulieden, tegen dewelke geen [37]bezwering is; die zullen u bijten, spreekt de HEERE. 35. Woorden des Heeren. 36. De allerschadelijkste vijanden, de Chaldeen, wier macht en wreedheid gij niet zult kennen afwenden of ontgaan. 37. Zie Ps.58:6.